woensdag, 23 oktober 2024

Resultaatverbetering voor ouderenzorg organisaties van 2022 naar 2023. Is dit goed nieuws?

De afgelopen jaren hebben we de financiële situatie van achttien zeer vergelijkbare zorgorganisaties gevolgd. De achttien organisaties zijn allemaal groot (omzet in 2023 tussen €120 miljoen en €297 miljoen), hebben allemaal een focus op complexe ouderenzorg met de grootste aandeel omzet uit de WLZ, en hebben allemaal veel eigen vastgoed). In eerdere artikelen in de Verstegen nieuwsbrief “Geregeld in de Zorg” is uitgelegd hoe er grote verschillen zijn in de financiële resultaten van 2022 tussen de achttien zorgorganisaties (rentabiliteit variërend van min 5.7% tot positief 7,2%) en dat vijf van de zorgorganisaties lijken het structureel beter financieel te doen dan de andere dertien (altijd een positieve rendement en altijd een hogere rentabiliteit dan het gemiddeld van de groep).

2022 was voor de ouderenzorgsector een moeilijke jaar en het gemiddelde rendement voor de achttien zorgorganisaties was maar 1.3%. Zoals te zien is in de volgende grafiek was dit het laagste resultaat van de afgelopen jaren. De hoofdredenen voor de verslechterde resultaten van 2022 waren een kleine groei in omzet (2.3%) en een sterke groei in kosten (voornamelijk kosten voor inhuur extern medewerkers).

Winstmarge achttien grote ouderenzorgorganisaties 2020 – 2023

Winstmarge 2020  2023

De grafiek laat ook zien dat het resultaat van de achttien zorgorganisaties is verbeterd in 2023 (van 1.3% in 2022 naar 1.5% in 2023). De verbetering komt van een combinatie van en robuuste groei in omzet (6.3%) van €3.0 miljard in 2022 naar €3.2 miljard in 2023 gecombineerd met een relatief matige groei in totale kosten gerelateerd aan medewerkers (combinatie van de kosten voor eigen en extern personeel) van €2.1 miljard in 2022 naar €2.2 miljard in 2023 (5.1%). Groei in overige bedrijfskosten door hogere energiekosten zijn gecompenseerd door lagere kosten op andere gebieden.

Dit klinkt positief, maar is het zo? Ten eerste is een resultaatmarge van 1.5% zeer laag. Het is lager dan de gemiddelde resultaatmarge van de achttien zorgorganisaties in de afgelopen vijf jaar (1.7%), en het is zeker te laag gegeven de grote uitdagingen van de ouderenzorg sector. Voorbeelden van veranderingen die de sector geld gaat kosten zijn nodige investeringen om relevant diensten te kunnen bieden aan de “tsunami” van hulpbehoevende ouderen in de komende jaren, onderhoud en renovatie van bestaande vastgoed (ook voor doelen gerelateerd aan klimaat), bouwen van nieuw vastgoed (verpleeghuizen en/of senior living), hogere lonen om medewerkers te vinden en vasthouden, investeringen in IT en domotica, etc, etc.

De ontwikkeling is ook minder rooskleurig als we kijken naar EBITDA. EBITDA is een andere manier om van de resultaten van een organisatie te kijken en is veel gebruikt door banken om de financiële gezondheid van een organisatie te beoordelen. EBITDA wordt berekend als resultaat plus rentekosten en afschrijvingen, en geeft daardoor een beeld van het operationele resultaat van de organisatie zonder effecten van verschillen in investeringen en financiering. Vaak heeft financiering van banken clausules over de maximale EBITDA-ratio van een organisatie. Dit is de verhouding tussen de externe financiering van de organisatie en de EBITDA en geeft een beeld van hoe goed de organisatie haar leningen kan terugbetalen.

De volgende grafiek geeft een beeld van de gemiddelde EBITDA-marge van de achttien grote ouderenzorg organisaties (EBITDA gedeeld voor omzet).

EBITDA-marge achttien grote ouderenzorgorganisaties 2020 – 2023

EBITDA Marge 2020   2023

De grafiek laat zien dat de EBITDA-marge van de achttien grote ouderenzorg organisaties elk jaar sinds 2020 is gedaald en is in 2023 1.9%-punten lager dan in 2020. Wanneer de EBITDA-marge hetzelfde was gebleven in 2023 als in 2020 had dit meer dan €60 miljoen extra marge betekent. Waarom geeft de analyse op EBITDA-marge een ander beeld dan een analyse op rentabiliteit en waarom stijgt en ene en daalt de andere van 2022 naar 2023?

De structurele daling in EBITDA vanaf 2020 komt door dat operationele kosten sterker zijn gestegen dan omzet. Hoofdoorzaken hiervan waren algemene effecten van corona, sterke stijging in kosten medewerkers (salarissen, maar ook meer gebruik van tijdelijke medewerkers), hogere energiekosten, en een vertraagde verhoging van tarieven om kostenstijgingen te dekken. In de periode 2020 tot 2022 speelde deze effecten ook door naar de winstmarge, maar tussen 2022 en 2023 was dit niet het geval. De volgende grafiek geeft een beeld van de verandering in EBITDA-marge en winstmarge (blauw).

Verandering EBITDA en winstmarge 2022 – 2023

Verandering 2022   2023

In 2022 was de gemiddelde winstmarge van de achttien ouderenzorg organisaties 1.2% en de EBITDA-marge was 7.4%. In 2023 zijn de kosten van medewerkers (eigen personeel en kosten uitbesteed werk) 70.0% van omzet vergeleken met 70.8% in 2022. Dit geeft een marge verbetering van 0.8%. Helaas waren overige bedrijfskosten in 2023 22.9% van omzet vergeleken met 21.8% in 2022 (grotendeels door hogere energiekosten). Dit geeft een marge verslechtering van 1.1% in 2023. Netto-effect is dat de EBITDA-marge van 2023 0.3% lager is in 2023 dan in 2022.

De verbetering in resultaat marge van de achttien ouderenzorg organisaties komt alleen door lagere afschrijvingen en rentekosten. Afschrijvingen gingen licht naar beneden van €151.2 miljoen in 2022 naar €150.9 miljoen is 2023. Hoofdreden hiervan is lage investeringen waardoor vaste activa alleen een lichte stijging van 2.9% had (van €1.355 miljoen eind 2022 naar €1.394 miljoen eind 2023). Rentekosten voor de achttien grote ouderenzorg organisaties is sterk naar beneden gegaan van €32.1 miljoen in 2022 naar €22.2 miljoen in 2023. De lagere rentekosten komen door een combinatie van lagere schulden (5% minder langlopende schulden eind 2023 dan eind 2022) en rond 70% lagere gemiddelde betaalde rente.

De conclusie moet zijn dat de resultaatverbetering van 2022 tot 2023 voor de achttien grote ouderenzorg organisaties niet goed nieuws is:

  • Resultaatverbetering komt niet door een verbeterde balans tussen omzet en operationele kosten. Hierdoor gaat de trend van steeds lagere EBITDA-marge door
  • EBITDA-marge is belangrijk voor bankfinanciering en een laag marge kan financiering van toekomstige investeringen moeilijker en/of duurder maken
  • Groot deel van verbetering winstmarge komt door lagere investeringen die zich vertalen in lagere afschrijvingen en lager rentekosten. Lagere investeringen betekent oplossingen van acute problemen verschuiven naar de toekomst
  • Gemiddelde afschrijvingen op vaste activa zijn licht omhooggegaan van 3.3% in 2022 naar 3.4% in 2023, maar dit is waarschijnlijk en te laag niveau. Waarschijnlijk betekent dit dat de huidige winstmarge van de grote ouderenzorg organisaties te rooskleurig is.

Om zich klaar te maken voor de komende uitdagingen moet de Nederlandse ouderenzorg sector genoeg financiering mogelijkheden hebben. Gelukkig hebben de meeste van de grote achttien ouderenzorg organisaties een sterk balans en redelijke reserves. Maar financiering van banken zal ook nodig zijn. Banken hebben nu al minder interesse in financiering van de Nederlandse zorgsector, en hun interesse zal niet groter worden als de winstgevendheid niet verbeterd worden. Een mogelijkheid om dit te regelen is om tarieven te verhogen, maar dit moet gecombineerd worden met een efficiënter bedrijfsvoering. De structurele verschillen in financiële resultaten tussen vergelijkbare zorgorganisaties laat zien dat dit mogelijk is.