maandag, 04 januari 2021
Januari 2021 - Waarom zijn er verschillen in de consolidatie tussen sectoren?
Verstegen Accountants en Intrakoop publiceren iedere jaar analyses van de financiële resultaten van de vier belangrijkste sectoren in de Nederlandse zorgmarkt. De meest recente rapporten bevatten ook overzichten van de omzet van de tien grootste organisaties binnen de betreffende sector. Deze overzichten geven een beeld van de consolidatie of schaalvergroting binnen de deelsectoren in de zorg. Dat is op zich al interessant, maar niet minder interessant is het om de mate van consolidatie tussen de verschillende sectoren te vergelijken.
De mate van consolidatie in 2019 is weergegeven in onderstaande grafiek.
Grafiek 1: Aandeel totale omzet 2019 van tien grootste organisaties
Hieruit is te zien dat, afgaande op de omzet van de tien grootste aanbieders, de GGZ-sector de meest geconsolideerde sector is. Maar liefst 42,5% van de totale omzet (ofwel €3.2 miljard) komt voor rekening van de grootste organisaties. De 220 overige organisaties verdelen de resterende omzet in de sector (€4.3 miljard).
De minst geconsolideerde sector is de VVT-sector. In deze sector zijn de tien grootste organisaties goed voor 19% van de totale omzet (ofwel € 3,6 miljard). Onderstaande tabel bevat de verdere verdeling.
De VVT sector valt op door de relatief beperkte consolidatiegraad. Bij een verdere bestudering van de gegevens valt nog iets op. Het verschil tussen het gemiddelde en de mediaan (de middelste waarde van de omzet van alle organisaties) is binnen de VVT sector aanzienlijk kleiner dan in de GGZ sector. Dit is weergegeven in onderstaande grafiek.
Grafiek 2: Gemiddelde en mediaan omzet per sector (2019)
Deze grafiek laat zien dat in beide sectoren de gemiddelde omzet flink omhoog wordt geduwd door een klein aantal grote organisaties. Het effect hiervan is echter veel groter in de GGZ-sector dan in de VVT-sector. De grootste speler in de GGZ-sector heeft een marktaandeel van meer dan 13% . De grootste aanbieder in de VVT-sector heeft nog een marktaandeel van 4%.
Het zijn interessante cijfers, maar de achterliggende oorzaken zijn belangrijker. Eenduidige verklaringen zijn niet te geven, maar een aantal vragen en observaties geeft meer inzicht. Allereerst de GGZ-sector. Waarom wordt de GGZ-sector gedomineerd door een aantal zeer grote organisaties maar zijn er ook relatief veel kleine spelers? Mogelijke oorzaak is waarschijnlijk het aanbod in de GGZ sector. Complexe, langdurige intramurale GGZ vereist veel kennis en ervaring en vraagt grote investeringen. Hierdoor ligt schaalvergroting voor de hand. Extramurale GGZ zorg is eenvoudiger te organiseren en vereist weinig investeringen. De drempel voor toetreding nieuwe kleine organisaties is daardoor laag.
Binnen de VVT-sector zien we veel minder dominantie van een beperkt aantal grote aanbieders. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de complexiteit van het zorgaanbod lager ligt. Het zorgaanbod is geschikt om lokaal te organiseren Bovendien hebben cliënten een voorkeur de zorg dicht bij huis af te nemen. Kortom, de strategie van de meeste organisaties in de VVT-sector is sterk geografisch georiënteerd.
De uitkomsten van een eerste verkenning maakt nieuwsgierig. Aan de hand van de data gaan wij verder met de analyse, bijvoorbeeld door ook de ontwikkeling van schaalvergroting in achterliggende jaren te onderzoeken. Daarbij ben ik benieuwd naar uw inzichten, ervaringen én vragen op dit terrein.