donderdag, 11 mei 2023

April 2023 - Grote verschillen in de resultaten van vergelijkbare ouderenzorg organisaties. Komt dit door de kwaliteit van management?

In Nederland zijn er achttien zorgorganisaties met een omzet hoger dan €100 miljoen met een focus op zware intramurale ouderenzorg ( grootste aandeel omzet is WLZ en veel verpleeghuizen in eigendom). Deze organisaties hebben veel overeenkomsten. Het zijn stuk voor stuk zorgorganisaties met een rijke geschiedenis en een sterke regionale verankering. Hun focus is WLZ-zorg maar ze bieden ook allemaal zorg die bekostigd wordt vanuit de ZVW en de WMO, uiteraard met enige variatie in de omvang van het aandeel van deze financieringsvormen in de totale omzet.

Men zou denken dat als het politieke raamwerk, algemene speelveld en uitdagingen (demografie, financiering, etc.) hetzelfde zijn, dit zou resulteren in vergelijkbare financiële resultaten. Zoals we kunnen zien in het volgende diagram is dit, afgaande op de gepubliceerde cijfers over 2021, niet het geval.

Winstmarge achttien grote ouderenzorg organisaties (2001)

Marge 18 Organisaties

De gemiddelde winstmarge voor de achttien zorgorganisaties is 2.4%, maar bij de organisatie met de laagste winstmarge blijft er maar €0,40 per €100 euro omzet over. Bij de organisatie met de hoogste marge is dat €6,80 per €100 omzet.

Wanneer we kijken naar de resultaten van deze achttien organisaties over de afgelopen vier jaar zien we dat de verschillen een structureel karakter lijken te hebben. Een indicatie daarvoor is dat een vijftal organisaties in de laatste vier jaar het structureel beter gedaan dan de overige dertien door altijd een positieve resultaat te hebben en in tenminste drie van de vier jaren een hoger dan gemiddelde rendement te maken. Andersom doen tien van de organisaties het structureel slechter door in ten minste drie van de vier jaren een lager dan gemiddeld rendement te maken, en soms zelfs verlies te maken.

Wat zijn de mogelijke verklaringen? Waarom lijken sommige organisaties het financieel structureel beter te doen dan andere, in belangrijke mate vergelijkbare zorgorganisaties? Op basis van openbare data is het mogelijk om een paar mogelijke verklaringen te analyseren:

  • Zijn er verschillen in de dienstportfolio?
  • Schrijven de financiële succesvolle organisaties minder af?
  • Gaan de financieel succesvolle organisaties beter om met hun medewerkers?

 

Verschillen in portfolio / bekostiging

Zoals te zien is in de volgende grafiek zijn er afgaande op de bekostigingsbronnen kleine verschillen in de dienstportfolio.

Verschillen in dienstportfolio

Verschil type omzet

De vijf ouderenzorg organisaties die het structureel beter doen dan de overige grote organisaties hebben gemiddeld minder omzet WLZ en meer omzet ZVW en WMO dan de dertien overige organisaties. Aan de andere kant zijn de verschillen in de zorgportfolio tussen de vijf succesvolle organisaties ook heel groot (aandeel WLZ varieert tussen 68% en 88% van de totale omzet). Daarom lijkt dit geen verklarende factor.

 

Afschrijvingstermijnen

Op basis van informatie in de jaarrekeningen is het mogelijk de gemiddelde afschrijvingen op vastgoed te berekenen. Zoals te zien is in het volgende diagram variëren de afschrijvingen van gemiddeld 1.9% per jaar tot 4.6% per jaar met een gemiddelde van 3.3% voor de achttien grote ouderenzorg organisaties.

Afschrijvingspercentages vastgoed achttien grote ouderenzorg organisaties

Afscrijvingen min max

Zoals we eerder hebben geschreven in een White Paper van december 2019 zijn afschrijvingen onder de 5% van de historische waarde van het vastgoed laag. Dit betekent dat alle achttien organisaties waarschijnlijk hun resultaten te rooskleurig weergeven door een optimistische inschatting van de te verwachten economische levensduur van hun vastgoed. Verder roepen ook de grote verschillen tussen de gemiddelde afschrijvingen van de achttien organisaties vraagtekens op. Hoe kunnen vergelijkbare zorgorganisaties zulke grote verschillen hebben in hun afschrijvingen? De organisatie met het hoogste gemiddelde afschrijvingspercentage schrijft twee keer zoveel af op het vastgoed dan de organisatie met de laagste afschrijvingen.

Wanneer we de vijf financieel meest succesvolle organisaties vergelijken met de overige dertien zien we dat ze gemiddeld meer afschrijven dan de andere. Alle vijf organisaties behalve één schrijven meer af dan gemiddeld. Daarom kunnen we concluderen dat de vijf zorgorganisaties hun goede financiële resultaten niet halen door minder af te schrijven, maar dat ze juist realistischere (dus hogere) afschrijvingspercentages gebruiken dan hun “peers”.

Personeelsbeleid

Zeker in deze tijden van schaarste van goede medewerkers is het ook interessant te analyseren of er verschillen zijn in hoe veel waarde organisaties kunnen creëren met hun staf. Een manier om dit te berekenen is te kijken naar de waarde die ze creëren door de inzet van hun medewerkers. Dit kan berekend worden door het verschil tussen de omzet en de totale kosten van medewerkers te beoordelen. Het verschil moet gebruikt worden om alle andere kosten te dekken en het benodigde positieve resultaat te bereiken. Om rekening te houden met het verschil in de grootte van de organisaties kunnen we dit beter analyseren middels de gemiddelde marge per medewerker. De volgende diagram laat de verschillen zien in de gemiddelde marge per medewerker over de achttien zorg organisaties.

Gemiddelde marge per medewerker voor achttien grote ouderenzorg organisaties

Marge Medewerker Min Max

Gemiddeld maken de achttien organisaties rond €24.000 marge per medewerker. Weer is het verschil tussen de organisatie met de laagste marge (€18.000) en de organisatie met de hoogste marge (€30.000) groot. Er is een heel sterke correlatie tussen gemiddelde omzet per medewerker en gemiddelde kosten per medewerker. Dit komt waarschijnlijk doordat de zorgorganisaties met een relatief groot aantal complexe cliënten die meer omzet genereren, een complexere dienstverlening hebben waarvoor ze hoge opgeleide (en dus duurdere) medewerkers in dienst hebben.

Wanneer we kijken naar de vijf meest succesvolle organisaties zien we dat hun gemiddelde marge per medewerker kleiner is dan zowel het gemiddelde van alle achttien zorgorganisaties als voor de dertien overige zorgorganisaties (zie volgende diagram). De lagere gemiddelde marge van de vijf beste organisaties is het netto resultaat van zowel een lagere gemiddelde omzet per medewerker als lagere gemiddelde kosten per medewerker. Dit zou er op kunnen duiden dat de financieel succesvolle organisaties focussen op minder complexe cliënten en dit kunnen uitvoeren met minder dure medewerkers. Door de minder complexe dienstverlening zijn de overige kosten van de vijf succesvolle organisaties lager waardoor de financiële resultaten structureel beter zijn.

 

Gemiddelde marge per medewerker voor achttien grote ouderenzorg organisaties

Marge medewerker 5 vs 13

Onze conclusie is dat er geen sterke zichtbare redenen zijn voor het feit dat vijf van de achttien organisaties het financieel structureel beter doen dan de overige dertien organisaties. Er zijn geen structurele verschillen in het soort diensten,ze gebruiken een hoger afschrijvingspercentage dan de overige dertien organisaties (wat een lager resultaat geeft) en ze hebben geen hogere marge per medewerker.

Het lijkt er op dat het bestuur en management van de vijf succesvolle organisaties het structureel beter doet door een combinatie van positionering in de markt, keuze van dienstportfolio en de dagelijkse uitvoering en controle van de activiteiten (en kosten) die hierbij horen. Het zal interessant worden om te zien of deze vijf organisaties ook goed zullen zijn in het uitvoeren van de veranderingen die komen van demografische ontwikkelingen, IZA en WOZO.